Bewegend leren – spelling

2,00

Volgende spellingregels komen in dit bewegend leren pakket aan bod:

  • Verkleinwoorden
  • Meervouden
  • Samenstellingen

Beschrijving

Opdracht 1
= verkleinwoorden met -je, -tje of -pje
Leerlingen rubriceren de kaartjes. Je kan de staartjes leggen in een cirkel of plakken aan een hoepel.
De leerlingen trekken en kaartje en lopen naar de juiste plaats.

Opdracht 2
= verkleinwoorden met -etje
Het schrijfblad worden opgehangen en de kaartjes worden verspreid over de ruimte.
Om de beurt zoekt een leerling een kaartje en schrijft het juiste verkleinwoord op het schrijfblad.
Je kan het spel langer laten duren door de kaartjes op volgorde te zoeken: kaartje 1, kaartje 2, …

Opdracht 3
= samenstellingen
Leg de kaartjes met de achterkant naar boven.
De leerlingen staan op een bepaalde afstand van de kaartjes.
Om de beurt lopen ze naar de kaartjes en mogen ze 2 kaartjes omdraaien.
Maken ze met die 2 kaartjes een juiste samenstelling mogen ze de kaartjes bijhouden en hebben ze een punt.
Zo niet, leggen ze de kaartjes terug omgekeerd bij de andere kaartjes en sluiten ze aan in de rij.

Opdracht 4
= meervouden
De kaartjes worden verzameld in een doosje/potje en het schrijfblad worden opgehangen.
De leerlingen staan op een bepaalde afstand van het schrijfblad.
Om de beurt trekken ze een kaartje. Ze lopen naar het schrijfblad en schrijven het meervoud van het woord op het kaartje op in de juiste kolom.
Voor het schrijven voeren ze de opdracht die hoort bij een bepaalde categorie uit.
Vervolgens schuiven ze terug aan in de rij.

Extra informatie

leerjaar

, ,

Onderwerp

Spelling

type